Vertaling debrayeren van Nederlands naar Frans

groot bal - afwaardering - scheppend - aanvaller - tekortsaldi - connectie - op hetzelfde niveau blijven - in een vloeistof opgaan - contraceptief - afdrogen - rijping - toeteren - van elkaar onderscheiden - stuurraderen - leerstuk - scheepsgezagvoerder - vuldoppen - miserabel - verhoren - gevraagd - kroepoek - zuidpool - breedgeschouderdheid - juwelier - fontein