Vertaling cosecha van Spaans naar Nederlands

cosecha la ~ (recogida)
[zelfstandig naamwoord]

opbrengst van gewas

oogst de ~

pluk de ~

wijnoogst de ~

cosecha la ~ (esquilmo)
[zelfstandig naamwoord]

opbrengst van een gewas

oogst de ~

cosecha la ~ (recolección)
[zelfstandig naamwoord]

oogst de ~

pluk de ~

wijnoogst de ~

cosecha la ~ (pared divisoria)
[zelfstandig naamwoord]

tussenmuurtje

cosecha la ~ (vendimia)
[zelfstandig naamwoord]

wijnoogst de ~

druivenoogst de ~

oogst de ~

pluk de ~

cosecha la ~ (separación)
[zelfstandig naamwoord]

tussenschot het ~

afscheiding de ~

beschot het ~

schot de ~

tussenmuur de ~

cosecha la ~ (siega)
[zelfstandig naamwoord]

opeengepakte bladeren

krop de ~

cosecha la ~ (rendimiento)
[zelfstandig naamwoord]

opbrengst de ~

oogst de ~

product het ~

rendement het ~

uitkomst de ~

voortbrengsel het ~

cosecha la ~ (valla)
[zelfstandig naamwoord]

hek het ~

afscheiding de ~

hekwerk het ~

Wat is cosecha in het Nederlands?