Vertaling composant van Frans naar Nederlands
Wat is composant in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van composant van FR naar NL.
composant le ~
(ingrédient de base)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
basisbestanddeel
het ~
bestanddeel
het ~
component
de ~
deel
de ~
element
de ~
fractie
de ~
ingrediënt
het ~
onderdeel
het ~
stuk
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met composant
Recente vertalingen van FR naar NL
détonation
-
mettre en non-activité
-
queues de porc
-
de manière pontificale
-
voleur à la tire
-
télégraphie
-
influence
-
langouste
-
en cuir gras
-
hoqueter
-
sutures du crâne
-
maladie destomac
-
ruban de jante
-
art de la peinture verrière
-
extrêmement bon
-
hémostatique
-
ne plus faire part
-
dépense
-
pêche à la morue
-
séduit
-
normalement
-
diction
-
conquête de terres
-
courroies
-
entrepôts