1. Home
  2. Vertalen
  3. ES
  4. NL
  5. claro

Vertaling claro van Spaans naar Nederlands

Wat is claro in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van claro van ES naar NL.

claro el ~ (evidente)
[bijvoeglijk naamwoord]
doorgrond
doorzien
claro el ~ (evidente)
[bijvoeglijk naamwoord]
aanschouwelijk
duidelijk
claro el ~ (intensidad luminosa)
[zelfstandig naamwoord]
lichtsterkte de ~
helderheid de ~
klaarheid de ~
claro el ~ (agudo)
[bijvoeglijk naamwoord]
scherpzinnig
gevat
schrander
slim
snedig
uitgeslapen
claro el ~ (inteligible)
[bijvoeglijk naamwoord]
algemeen begrijpbaar
claro el ~ (sin rodeos)
[bijvoeglijk naamwoord]
openhartig
onbewimpeld
onomwonden
onverholen
open
oprecht
ronduit
vrij
vrijelijk
vrijuit
claro el ~ (puro)
[bijvoeglijk naamwoord]
onversneden
onvermengd
claro el ~ (francamente)
[bijvoeglijk naamwoord]
klinkklaar
gewoonweg
rechttoe
claro el ~ (cierto que sí)
[bijvoeglijk naamwoord]
echt de ~
heus
werkelijk
claro el ~ (abiertamente)
[bijvoeglijk naamwoord]
onomwonden
cru
onverbloemd
onverholen
openlijk
rechttoe rechtaan
claro el ~ (luminoso)
[bijvoeglijk naamwoord]
niet donker
licht
claro el ~ (luminoso)
[bijvoeglijk naamwoord]
lumineus
lichtgevend
claro el ~ (audible)
[bijvoeglijk naamwoord]
verstaanbaar
duidelijk
claro el ~ (claro está)
[bijvoeglijk naamwoord]
uiteraard
allicht
bijgevolg
dus
logisch
natuurlijk
onontkomelijk
vanzelfsprekend
zeker
zonder twijfel
claro el ~ (casto)
[bijvoeglijk naamwoord]
rein
kuis de ~
net de ~
schoon
claro el ~ (directo)
[bijvoeglijk naamwoord]
recht door zee
direct
duidelijk
regelrecht
claro el ~ (sin nubes)
[bijvoeglijk naamwoord]
onbewolkt
helder
klaar
claro el ~ (comprensible)
[bijvoeglijk naamwoord]
bevatbaar
claro el ~ (lívido)
[bijvoeglijk naamwoord]
pips
bleek
claro el ~ (blanco)
[bijvoeglijk naamwoord]
ongelakt
blank
claro el ~ (comprensible)
[bijvoeglijk naamwoord]
begrijpelijk
bevattelijk
duidelijk
helder
inzichtelijk
claro el ~ (puro)
[bijvoeglijk naamwoord]
puur
onvermengd
zuiver
claro el ~ (clarificativo)
[bijvoeglijk naamwoord]
overzichtelijk
claro el ~ (audible)
[bijvoeglijk naamwoord]
onmiskenbaar
duidelijk
herkenbaar
claro el ~ (entendido)
[bijvoeglijk naamwoord]
begrepen
claro el ~ (más claro que el agua)
[bijvoeglijk naamwoord]
zo klaar als een klontje
duidelijk
flagrant
overduidelijk
zonneklaar
claro el ~ (clarificativo)
[bijvoeglijk naamwoord]
verhelderend
duidelijk
claro el ~ (limpio)
[bijvoeglijk naamwoord]
zuivere
pure
claro el ~
klare
claro el ~ (más claro que el agua)
[bijvoeglijk naamwoord]
klaar als een klontje
duidelijk
helder
overduidelijk
claro el ~ (unívoco)
[bijvoeglijk naamwoord]
eenduidig
ondubbelzinnig

Woorden die beginnen of eindigen met claro

claro y llano - claro que sí - claro está - rubio muy claro - ser claro - claros - poner en claro - azul claro - sacar en claro - poco claro - claro que no - claro que - morado claro - no claro - de sonido claro - claroscuro - claro que si - asunto poco claro - verde claro - rubio claro - moreno claro - amarillo claro - gris claro - rojo claro

Recente vertalingen van ES naar NL

acostar - camión con caja volquete - palizada - inhumano - diario de navegación - empresa de construcción - resarcimiento - dar un rodeo - fotografía - cama matrimonial - sobresueldo - empleados de oficina - edificios de empresa - abeto plateado - pitón - integralmente - hundimientos en la bolsa - oye - capitanes de barco - temporada baja - cornisa - acicalado - innoble - palisandro - periódico de deportes
Reinier Korth - Freelance Web Developer