1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. causer

Vertaling causer van Frans naar Nederlands

Wat is causer in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van causer van FR naar NL.

causer (bavarder)
[werkwoord]
keuvelen
causer (faire)
[werkwoord]
berokkenen
aandoen
veroorzaken
causer (commettre)
[werkwoord]
aanrichten
aandoen
aanstichten
veroorzaken
causer (avoir pour conséquence)
[werkwoord]
tot gevolg hebben
resultaat het ~
resulteren
uitmonden
causer (faire la causette)
[werkwoord]
een boom opzetten
bomen
causer (susciter)
[werkwoord]
verwekken
causer (amener)
[werkwoord]
teweegbrengen
losmaken
causer (discuter)
[werkwoord]
praten
babbelen
kakelen
klappen de ~
kletsen
kwebbelen
kwekken
kwetteren
snateren
spreken
wauwelen
zwammen
causer (faire du mal)
[werkwoord]
kwaad doen
aandoen
causer (bavarder)
[werkwoord]
kouten
kwekken
praten
causer (avoir de la conversation)
[werkwoord]
een conversatie hebben
communiceren
in contact staan
praten
spreken
causer (converser)
[werkwoord]
converseren
praten
spreken

Woorden die beginnen of eindigen met causer

perdre son temps à causer - causeries - causer de - causer des dégâts - causerie

Recente vertalingen van FR naar NL

corne de brume - thèmes - captivité - gâter - sonner - peaussier - communauté rurale - se lâcher - détestable - tactique - signe dalliance - cancer du larynx - candélabre - déniger - homme de confiance - philanthropie - élégie - immunité aux maladies - empereur - enfiler - emphases - action de fouiller la terre - chevrier - archevêque - piste sonore
Reinier Korth - Freelance Web Developer