1. Home
  2. Vertalen
  3. ES
  4. NL
  5. casita

Vertaling casita van Spaans naar Nederlands

Wat is casita in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van casita van ES naar NL.

casita la ~
optrekje het ~
casita la ~ (alojamiento)
[zelfstandig naamwoord]
huisje het ~
casita la ~ (casilla)
[zelfstandig naamwoord]
huis het ~
optrekje het ~
stulp de ~
verblijf het ~

Woorden die beginnen of eindigen met casita

casita en la playa - casita de vacaciones - casita de campo

Recente vertalingen van ES naar NL

volatería - ser primero - meterse por medio - chinchorrería - convenio separatista - tablas salariales - en pie - redil - enhebrar - producto semiacabado - trajinar - a bocajarro - laminillas - enebrina - con prudencia - moza - miserable - venir bien - gañán - dosificación - desplante - encontrarse en la recta final - explorador - cura de reposo - ciencia histórica
Reinier Korth - Freelance Web Developer