Vertaling carré van Nederlands naar Duits

krullende haarlok - oudste van een groep personen - jengel - tweeklank - zouteloosheid - hechtheid - tegengiffen - fricatief - naar buiten duwen - hooikoorts - nukkig - strandweg - verdriet hebben - bouw- en woningdiensten - onderwijskunde - scheefte - voorradig - vruchtensap - sjacherijn - inspanning - vertoornen - fusie - resusnegatief - wegdek - besmeurd