Vertaling Bündnis van Duits naar Nederlands

Bündnis das ~ (Gemeinschaft)
[zelfstandig naamwoord]

samenwerkingsverband het ~

coöperatie de ~

Bündnis das ~ (Pakt)
[zelfstandig naamwoord]

pact het ~

akkoord het ~

band de ~

binding de ~

bond de ~

bondgenootschap het ~

federatie de ~

liga de ~

unie de ~

verbond het ~

verdrag het ~

Bündnis das ~ (Verbunden sein)
[zelfstandig naamwoord]

het gebonden zijn

band de ~

binding de ~

gebondenheid de ~

Bündnis das ~ (Genossenschaft)
[zelfstandig naamwoord]

genootschap het ~

bond de ~

broederschap de ~

sociëteit de ~

vereniging de ~

Bündnis das ~ (Gebundenheit)
[zelfstandig naamwoord]

gebondenheid de ~

band de ~

binding de ~

Wat is Bündnis in het Nederlands?