Vertaling buiten van Nederlands naar Frans

buitengaats - buitenshuis - buitenplaats - buiten gebruik - buitenstaanders - buiten de lijnen - buitenechtelijk - buiten hangen - buitenwijk - buitendienst - buitenverblijf - uitbuiten - buitenlandse werknemer - buitenhuid van een schip - buitenbad - rechtsbuiten - buitenlander - buitenhuis - buitenweg - buitenspel - buitendeur - buitengoed - buitenwijken - binnenstebuiten - buitenlanders

stakingsleider - industrialisatie - gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk - navigeren - drabben - blootliggen - obstakel - plaat in boek of tijdschrift - grasoogst - aansteker - Roemeen - geïsoleerd - opbinden - vvv - uitdoven - in vuur en vlam zetten - rijdraad - dubbelvouwen - niet dicht - tegenwerping - verzekeringsagent - meten - waarborgfonds - tankkoepel - waterzucht