Vertaling builder van Engels naar Nederlands
Wat is builder in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van builder van EN naar NL.
builder the ~
(building contractor)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bouwondernemer
de ~
aannemer
de ~
bouwer
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met builder
waggon builder
-
ship-builder
-
jerry-builder
-
body-builder
-
coach builder
-
body builder
-
ship builder
Recente vertalingen van EN naar NL
diddling
-
vertigo
-
tip-up couches
-
idiotism
-
platinum
-
malversation
-
draft-proof
-
young herring
-
neck hollow
-
rotting
-
credit cheque
-
puking
-
sports field
-
palpable
-
rates of interest
-
grubbiness
-
disturbances
-
bourgeoisie
-
criticise
-
chipboard
-
unreliability
-
bangers
-
office of the clerk
-
with frizzy hair
-
basic principle