1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. briser

Vertaling briser van Frans naar Nederlands

Wat is briser in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van briser van FR naar NL.

briser (fracasser)
[werkwoord]
kapotgooien
stukgooien
briser (casser)
[werkwoord]
kapotbreken
breken
in stukken breken
briser (bousiller)
[werkwoord]
verpesten
bederven
stukmaken
verbroddelen
verklungelen
verknallen
verknoeien
verzieken
briser (rompre)
[werkwoord]
verbreken
afbreken
beëindigen
forceren
ontbinden
opheffen
stukmaken
verbrijzelen
briser (casser en morceaux)
[werkwoord]
stukslaan
aan stukken slaan
inslaan
kapotslaan
verbrijzelen
briser (démolir)
[werkwoord]
slopen
afbreken
breken
neerhalen
omverhalen
uit elkaar halen
briser (casser intentionellement)
[werkwoord]
met opzet kapotmaken
breken
briser (foutre)
[werkwoord]
kunnen stikken
barsten de ~
briser (craquer)
[werkwoord]
knakken de ~
briser (casser)
[werkwoord]
kapotmaken
moeren
mollen
briser (casser)
[werkwoord]
er vanaf breken
afknappen
briser (endommager)
[werkwoord]
beschadigen
aantasten
aanvreten
bederven
briser (casser)
[werkwoord]
aan stukken breken
breken
stukbreken

Woorden die beginnen of eindigen met briser

se briser

Recente vertalingen van FR naar NL

honteusement - colonel - feux arrières - chouchoutes - escroc - danser la valse - débourrer - couper fin - bois courbe - tenant - ayant mal au coeur - souvenir - étudiante - égayer - croquis - bande de voleurs - gravide - friandise - éplucher - louve - répulsion - faire la vaisselle - force navale - inséré - forçat
Reinier Korth - Freelance Web Developer