Vertaling breuk van Nederlands naar Frans
Wat is breuk in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van breuk van NL naar FR.
breuk de ~
(interruptie)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
interruption
la ~
interférence
la ~
intervention
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met breuk
navelbreuk
-
contractbreuk
-
liesbreuk
-
breukplaats
-
wolkbreuk
-
schouderbreuk
-
huisvredebreuk
-
afbreuk
-
inbreuk
-
beenbreuk
-
schedelbreuk
-
breukpunt
-
trouwbreuk
-
woordbreuk
-
slagaderbreuk
-
breuken
-
dijkbreuk
-
breukgetal
-
schipbreuk
-
kettingbreuk
-
trouwbeloftebreuk
-
breukvrij
Recente vertalingen van NL naar FR
treurigheid
-
flink poetsen
-
monogaam
-
kleinhandelares
-
première
-
breinaald
-
goudkoorts
-
bewoner van huurwoning
-
dreggen
-
smakkend eten
-
opgepompt
-
dorst hebben
-
zegenen
-
slijk
-
oprit
-
doezelig
-
paniekzaaier
-
omleiden
-
haastigheid
-
duizeling
-
prematuur
-
doorlaatpost
-
uitbouw
-
afsmijten
-
misselijkmakend