Vertaling brengen van Nederlands naar Duits

tot staan brengen - make-up aanbrengen - aanbrengen - vooruitbrengen - structuur aanbrengen - onder gezag brengen - versieringen aanbrengen - meebrengen - zijn stem uitbrengen - erin brengen - naar buiten brengen - met elkaar in overeenstemming brengen - een toost uitbrengen - schade toebrengen - naar voren brengen - in het nauw brengen - voor ogen brengen - uitbrengen - op orde brengen - op een lijn brengen - overbrengen - inbrengen - ter dood brengen - op gang brengen - tevoorschijn brengen

hyenahond - fatten - stempels - gevangeniswezen - ijl - schilferend - ondicht - zaagsel - damspellen - gistermiddag - dienstwillig - windkracht - zuidelijk - scheet - speelruimten - dromerig - stoofschotel - bedeelde - kastrand - terugtreden - lover - stabiliteit - nek aan nek race - scheidbaar - doorloop