Vertaling bom van Nederlands naar Duits
Wat is bom in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van bom van NL naar DE.
bom de ~
(projectiel)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Projektil
das ~
Bombe
die ~
Geschoß
das ~
Granate
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met bom
kernbom
-
brandbom
-
waterstofbom
-
atoombom
-
bombastisch
-
rookbom
-
splinterbom
-
bomalarm
-
bomvrij
-
bomaanslag
-
bommenwerper
-
bombast
-
bommenluik
-
stinkbom
-
zure bom
-
bomvol
-
bombarderen
-
bomen
-
bombrief
-
bomaanval
-
tijdbom
-
bombardement
-
dieptebom
-
bombasten
-
fragmentatiebom
Recente vertalingen van NL naar DE
bejubelen
-
koeterwaals
-
resultaten
-
valkenier
-
verrukkelijkheid
-
ongemunt
-
slaapdronken
-
vooruitbetaling
-
onbespeelbaar
-
rechtgeaard
-
veergeld
-
kameraadje
-
zegje
-
dilemma
-
hagelkorrels
-
onappetijtelijk
-
per schip transporteren
-
stadswijk
-
smeuïg
-
adel
-
schub
-
gecompleteerd
-
interfereren
-
binnengetrokken
-
uitgezonderd