Vertaling boaster van Engels naar Nederlands

boaster the ~ (braggart)
[zelfstandig naamwoord]

pocher de ~

bluffer de ~

dikdoener de ~

opschepper de ~

opscheppers de ~

praatjesmakers de ~

snoever de ~

snoevers de ~

windbuil de ~

windbuilen de ~

boaster the ~ (braggart)
[zelfstandig naamwoord]

grootspreker de ~

opschepper de ~

snoever de ~

boaster the ~ (braggart)
[zelfstandig naamwoord]

spekkopers de ~

boaster the ~ (yapper)
[zelfstandig naamwoord]

leeg vat

hol vat

boaster the ~ (show-off)
[zelfstandig naamwoord]

bluffer de ~

opschepper de ~

patser de ~

pocher de ~

boaster the ~ (windbag)
[zelfstandig naamwoord]

blaaskaak de ~

bluffer de ~

opschepper de ~

snoever de ~

windbuil de ~

Wat is boaster in het Nederlands?