Vertaling bijv van Nederlands naar Zweeds

bijvoeren - bijvoeglijke bepaling - bijvoeglijk - bijvulling - bijverven - bijvoorbeeld - bijvallen - bijvullen - bijvoegsels - bijvoeten - bijv. - bijvoegsel - bijvoeging - bijvak - bijvoegen - bijvoeding - bijverdienen - bijval - bijverschijnselen - bijverdienste

vastigheid - werpkoord - oké - horecabedrijf - valsnelheid - fotokopieerapparaat - landstreek - gok - uit zijn evenwicht raken - congé - achteruit - goudbevattend - tussentijd - lanterfanten - roodhuid - gepaard - beukehouten - voorspellen - kurkentrekker - exploderen - waar - slokjes - kastpapier - hypnotisch - raat