Vertaling bezit van Nederlands naar Spaans
Wat is bezit in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van bezit van NL naar ES.
bezit het ~
(tegoed)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
saldo positivo
el ~
dinero ahorrado
el ~
saldo a favor
el ~
Woorden die beginnen of eindigen met bezit
bezitten
-
kloosterbezit
-
staatsbezit
-
semi-overheidsbezit
-
lansbezit
-
grootgrondbezit
-
privébezit
-
gelukkige bezit
-
grondbezit
-
cultuurbezit
-
bezitster
-
privé-bezit
-
bezitter
-
bezitting
-
landbezit
-
bezittingen
Recente vertalingen van NL naar ES
doel bij voetbalwedstrijd
-
typen
-
lijkachtig
-
rokkenjagers
-
stembureaus
-
knauw
-
hoorapparaat
-
koopprijs
-
zaad
-
naad
-
doorkijkbloes
-
coupure
-
voor de rest
-
legeronderdeel
-
kraak
-
erdoor halen
-
utopistisch
-
eindsom
-
wegtrekken
-
jeugdloon
-
traanzakken
-
redelijk
-
gezag
-
lidmaat
-
maaidorser