Vertaling Bezirk van Duits naar Nederlands
Wat is Bezirk in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Bezirk van DE naar NL.
Bezirk der ~
(Territorium)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
grondgebied
het ~
erf
het ~
terrein
het ~
territorium
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Bezirk
Bezirksleiter
-
Bezirke
-
Bezirkshaus
-
Bezirksgericht
-
Gerichtsbezirk
-
Wahlbezirk
-
Bezirkskarte
-
Stadtbezirk
-
Verwaltungsbezirk
Recente vertalingen van DE naar NL
Frau die sich im Haushalt abrackert
-
opfern
-
guten Abend
-
herausfordern
-
Kollumkarzinom
-
liquid
-
Bündel Tabak
-
Arbeidsverhältnisse
-
gruppieren
-
bluffen
-
Milchkanne
-
Zimmervermieterin
-
Erstaunen
-
Schrottwert
-
Gegenwert
-
Nervensystem
-
schaudern
-
Uhrticken
-
Rechtschreibungsfehler
-
Zuneigung
-
Oberbefehlshaber
-
Blöcke
-
karren
-
Frühabend
-
Durchfahrer