Vertaling bewijs van Nederlands naar Spaans
Wat is bewijs in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van bewijs van NL naar ES.
bewijs het ~
(beweringsgrond)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
recibo
el ~
boleta de caja
la ~
vale de caja
el ~
bewijs het ~
(blijk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
prueba
la ~
comprobante
el ~
documento de prueba
el ~
muestra
la ~
signo
el ~
Woorden die beginnen of eindigen met bewijs
bewijsmateriaal
-
inentingsbewijs
-
tegenbewijs
-
bewijsstukken
-
persoonsbewijs
-
bewijsvoering
-
bewijskracht
-
garantiebewijs
-
bewijsmiddel
-
bewijs van ontvangst
-
kentekenbewijs
-
ontslagbewijs
-
plaatsbewijs
-
bewijsstuk
-
identiteitsbewijs
-
gratis toegangsbewijs
-
toegangsbewijs
-
stortingsbewijs
-
geboortebewijs
-
eerbewijs
-
rijbewijs
-
legitimatiebewijs
-
rijvaardigheidsbewijs
-
vaccinatiebewijs
-
ontvangstbewijs
Recente vertalingen van NL naar ES
ruimte in een gebouw
-
ceintuur
-
maatwerk
-
slavenband
-
gulweg
-
veiligheidslucifer
-
uitzonderingsgeval
-
etaleur
-
terreinkaart
-
spijskasten
-
enormiteit
-
koppelingspedaal
-
bezwaar
-
sterrenkundig
-
buiten proportie
-
unfair
-
zwelling
-
iemand opstoken
-
hooitijd
-
dikheid
-
tegenrekening
-
invoeren
-
opgejaagd
-
gul
-
roodbruin