Vertaling bestuur van Nederlands naar Spaans

bestuurder - kerkbestuur - sociëteitsbestuur - bestuursambtenaar - bestuursapparaat - bestuurders - bestuursfunctie - hoofdbestuur - rijksbestuur - lid van een dijkbestuur - verenigingsbestuur - bestuursgebied - centraal bestuur - Raad van Bestuur - havenbestuur - lid van Raad van Bestuur - bestuurlijk - zelfbestuur - vereningingsbestuur - algemeen bestuur - schoolbestuur - bestuursvorm - lid van een polderbestuur - bestuursregio - bestuurssysteem

drijfas - trouwen - onzijdig - eikenboom - driekwartsmaat - misstaan - schuin - verreweg - brievenweger - ronken - roodvos - bankwerkers - accepteren - pionier - schending - ding rechtzetten - modulair - telg - bijbelvers - sensatie - schildpad - ingeworteld - werkeloos - stroop om de mond smeren - droogleggen