Vertaling Besitz van Duits naar Engels
Wat is Besitz in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van Besitz van DE naar EN.
Besitz der ~
(Guthaben)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
balance
the ~
assets
the ~
possessions
the ~
property
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met Besitz
Besitzauseinandersetzung
-
Lanzenbesitz
-
Klosterbesitz
-
besitzen
-
Besitzergreifung
-
Besitzer
-
Besitzerin
-
beglückender Besitz
-
Staatsbesitz
-
Besitznahmen
-
zum Teil Staatsbesitz
-
Gesamtbesitz
-
Besitztum
-
Landbesitz
-
Gemeinbesitz
-
Privatbesitz
-
Gemeindebesitz
-
Grundbesitz
-
Großgrundbesitz
-
Besitztümer
Recente vertalingen van DE naar EN
Abschürfen
-
ausgeschloßen
-
Aussuchen
-
am
-
Himmelskörper
-
gemessen
-
Wonungsausstattung
-
Mistkarre
-
Konsulat
-
zurückschicken
-
Sozialhilfe empfangend
-
Gehörnerv
-
festkleben
-
Matjeshering
-
Getröpfel
-
streben
-
Schlägerei
-
weiterzahlen
-
Absorbieren
-
sputen
-
walten
-
Bursche
-
Anschneiden
-
Doktor
-
Bordmechaniker