Vertaling babbelaars van Nederlands naar Duits
Wat is babbelaars in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van babbelaars van NL naar DE.
babbelaars de ~
(kletskousen)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Quasselfritzen
der ~
Quassler
der ~
Quatschköpfe
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met babbelaars
Recente vertalingen van NL naar DE
schrokken
-
etser
-
klooi
-
volop
-
hoefblad
-
feestjaar
-
korenschoof
-
lijden
-
klasseregering
-
ongecultiveerd
-
jungles
-
pispaal
-
wegsmelten
-
ritseling
-
indrukken
-
hockeyen
-
afstrijken
-
verder gereden
-
begeerte stillen
-
varkensslachter
-
strafplaats
-
uiterlijk
-
veelvuldig gebruiken
-
trouwdag
-
voorproeven