Vertaling baas van Nederlands naar Engels
Wat is baas in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van baas van NL naar EN.
baas de ~
(meerdere)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
boss
the ~
chief
the ~
leader
the ~
master
the ~
principal
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met baas
spullenbaas
-
ploegbaas
-
huurbaas
-
huisbaas
-
pandjesbaas
-
heibaas
-
vechtersbaas
-
spullebaas
-
koppelbaas
-
kroegbaas
-
werkbaas
-
baasje
-
zetbaas
-
timmermansbaas
Recente vertalingen van NL naar EN
dicht zijn
-
tandartsen
-
universitair
-
literatuurwetenschap
-
gaping
-
slaglinie
-
drietand
-
einder
-
stuurversnelling
-
gemanierd
-
schoolvertrek
-
omringen
-
radiohut
-
tijdregister
-
dichters
-
toespeling
-
domme koe
-
prijsklasse
-
snelbuffetten
-
uitverkocht
-
geldwissel
-
luchtpost
-
ophitsen
-
traanbuis
-
parochie