Vertaling avantage van Frans naar Nederlands

avantage le ~ (point avantageux)
[zelfstandig naamwoord]

pluspunt het ~

avantage le ~

overhand de ~

avantage le ~ (utilité)
[zelfstandig naamwoord]

zin de ~

doel het ~

nut het ~

avantage le ~ (aubaine)
[zelfstandig naamwoord]

voordeeltje het ~

avantage le ~ (profit)
[zelfstandig naamwoord]

profijt het ~

baat de ~

gewin het ~

winst de ~

avantage le ~ (bénéfice)
[zelfstandig naamwoord]

opbrengst de ~

oogst de ~

product het ~

rendement het ~

uitkomst de ~

voortbrengsel het ~

avantage le ~ (utilité)
[zelfstandig naamwoord]

nuttigheid de ~

nut het ~

avantage le ~ (utilité)
[zelfstandig naamwoord]

nut het ~

waarde de ~

avantage le ~ (utilité)
[zelfstandig naamwoord]

inpasbaarheid de ~

bruikbaarheid de ~

Wat is avantage in het Nederlands?