Vertaling Ausverkauf van Duits naar Nederlands
Wat is Ausverkauf in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Ausverkauf van DE naar NL.
Ausverkauf der ~
(Saisonausverkauf)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
uitverkoop
de ~
opruiming
de ~
opruimingsuitverkoop
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Ausverkauf
Saisonausverkauf
-
Ausverkaufspreise
-
Liquidationsausverkauf
-
ausverkaufen
-
ausverkauft
-
Räumungsausverkauf
-
Ausverkaufspreis
Recente vertalingen van DE naar NL
Getreidehandel
-
abzapfen
-
hallo
-
irritiert
-
Schiffsuhr
-
Urgroßväter
-
patrouillieren
-
Spielkarte
-
windig
-
alleräußerste
-
Sirup
-
anprobieren
-
stereophonisch
-
Verkehrsteilnehmer
-
köstlich
-
Spiegelglas
-
Journalistin
-
Kinderei
-
inszenieren
-
Raspel
-
ätzen
-
Drehscheibe
-
Funksprechgerät
-
riesenhaft
-
krepieren