Vertaling Anwesenheit van Duits naar Nederlands
Wat is Anwesenheit in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Anwesenheit van DE naar NL.
Anwesenheit die ~
(Beisein)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bijzijn
het ~
aanwezigheid
de ~
tegenwoordigheid
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Anwesenheit
Recente vertalingen van DE naar NL
Nische
-
Allesumfassende
-
Akteur
-
bald
-
drehen
-
verpflichten
-
Fingerspitze
-
Golfball
-
nicht sorgfältig
-
Showmaster
-
abstottern
-
Halsdrüse
-
nicht gekannt
-
Zauberland
-
aufspringen
-
veranstalten
-
löwenhaft
-
Einkommensquelle
-
hochgelehrt
-
Spielschuld
-
Kugelring
-
Sensationsroman
-
Objekt
-
um Rat fraagen
-
stricken