Vertaling Amt van Duits naar Nederlands
Wat is Amt in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Amt van DE naar NL.
Amt das ~
(Instanz)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
organisatie
de ~
instantie
de ~
instelling
de ~
lichaam
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Amt
Amtsbereich
-
Amt für Öffentlichkeitsarbeit
-
Amtsgenosse
-
Katasteramt
-
Amtsrichterin
-
Fernsprechamt
-
Fernmeldeamt
-
Mieteinigungsamt
-
Gouverneuersamt
-
amtshalber
-
Amtskleidung
-
Fremdenverkehrsamt
-
Amtsarzt
-
Steueramt
-
Amtssprache
-
Arbeitsamt
-
Informationsamt
-
Amtsbruder
-
Postamt
-
Halbsamt
-
Hauptamt
-
Amtszeit
-
Wohnungsamt
-
Gemeindeamt
-
Telegrafenamt
Recente vertalingen van DE naar NL
ausführlich
-
Gala-abend
-
melancholische
-
springen
-
Müßiggang
-
treffen
-
Landstreicher
-
Stempelkissen
-
Überdachung
-
sägeförmig
-
Damenräder
-
Schweinsschnauze
-
Aufholen
-
Halbheit
-
Bestechung
-
Strahlen
-
kurz
-
Ausdünnung
-
Kranführer
-
Verunstaltung
-
damit
-
Rasierutensilien
-
umgießen
-
Verdienstlichkeit
-
zweischneidig