Vertaling afvoer van Nederlands naar Duits

afvoerkanaal - afvoeren - afvoerbuis - afvoerpijp - waterafvoer - afvoerbuizen - afvoercapaciteit

kalligrafie - binnenvaren - aanschrijving - speeluur - buitentemperatuur - ridicuul - overgeven - bloed - soeplepel - verchroomd - oprakelen - ontginningen - nijverheid - gyroscoop - vol tegenslag - reclameplaat - onhoorbaarheid - luchtverkeersleider - aangeroepen - kamperen - jeugdcriminaliteit - omhoogtillen - telegram - slotmedeklinker - bedeesdheid