Vertaling afspraak van Nederlands naar Duits
Wat is afspraak in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van afspraak van NL naar DE.
afspraak de ~
(afgesproken ontmoeting)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Date
das ~
Liebesverhältnis
das ~
Verhältnis
das ~
afspraak de ~
(regeling)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Regelung
die ~
Abmachung
die ~
Bestimmung
die ~
Regeln
das ~
Regulierung
die ~
Vereinbarung
die ~
Vergleich
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met afspraak
Recente vertalingen van NL naar DE
mijnwerkers
-
hals
-
reageerbuis
-
verspelen
-
een voordracht houden
-
inproppen
-
personalia
-
afgezonderd
-
graankorrel
-
erbij rekenen
-
besloten
-
beenstompen
-
boeketten
-
bordgarneersel
-
volgnummer
-
hartsgeheim
-
kapitaalheffing
-
waterdamp
-
proeve
-
ringspoorweg
-
verkoper
-
verwonderd zijn
-
wat de inhoud betreft
-
boven alle twijfel verheven zijn
-
opschudden