Vertaling afspiegelen van Nederlands naar Frans

voorliggend - sluitboom - vliegend - verzamelbundels - afhaken - participant - afkomen - sinaasappelsap - in de gaten houden - hongerigheid - bibberend - zonsopgangen - verhinderd zijn - reislust - scharniergewricht - inlevingsvermogen - puzzels oplossen - lastgevers - geraffineerd - verfoeilijkheid - onderschatten - dichtvriezen - schouten - aanlopen - onderwijssysteem