Vertaling afspelen van Nederlands naar Duits

zich afspelen - opnieuw laten afspelen

sensorisch - ongerijpte kaas - vishandelaar - intekenlijst - crocus - bombastisch - eeuwig - daarop - aandachtig luisteren - hagelstenen - leven in de grote stad - bespetteren - vethoudend - wakker zijn - vettig - achterleggen - zuur - geestelijk gestoord - homologeren - onder voorwaarde dat - condoleance - loodkleurig - lekkers - korten - grondwettelijk