Vertaling afsluitende woorden van Nederlands naar Spaans

woninginrichtster - stroomwissel - pensionhouder - maal - des te - kastanjes poffen - een deuk maken in - goederenvoorraad - grasmaaimachine - verslaafden - crucifix - op orde - jaargang - dezelfde tijd aangeven - onfatsoenlijkheid - spiersamentrekking - vliegen - naklinken - toerwagen - bijenteelt - kleine vormfoutjes - onbloot - scheppers - alarmeren - jonggeborene