Duitse synoniemen voor Zwiespältigkeit
Ander woord voor Zwiespältigkeit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Zwiespältigkeit in het Duits.
Zwiespältigkeit die ~ (Doppeldeutigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Doppeldeutigkeit
die ~
Doppelsinn
der ~
Doppelsinnigkeit
die ~
Dualismus
der ~
Schlüpfrigkeit
die ~
Zweideutigkeit
die ~
Zwiespältigkeit die ~ (Uneinigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Uneinigkeit
die ~
Zwiedracht
die ~
Zwiespalt
der ~
Zwietracht
die ~
Zwieträchte
die ~
Zwiespältigkeit die ~ (Unfriede)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Unfriede
die ~
Differenz
die ~
Streit
der ~
Streitigkeit
die ~
Uneinigkeit
die ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
enthusiastisch
-
Kleinod
-
verloren
-
Vertriebsstelle
-
oft
-
Komet
-
unheilig
-
einen Rat einholen
-
dusselig
-
vorliegen
-
Gehorsamkeit
-
Erker
-
tippen
-
Kindersitz
-
jemanden verlegen machen
-
Hosentaschen
-
aufgelegt
-
fahrbar
-
sticheln
-
Badplatz
-
abwesend sein
-
Arbeitsmethode
-
Kahlheit
-
sich lösen
-
Fremdenverkehr