Nederlandse synoniemen voor zuinigheidshalve
Ander woord voor zuinigheidshalve?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als zuinigheidshalve in het Nederlands.
zuinigheidshalve
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
avondjaponnen
-
ellendigheid
-
prematuur
-
opstopper
-
reuk
-
lentemaand
-
duizeligheden
-
studeren
-
onooglijk
-
tuinbouw
-
nazeggen
-
terughalen
-
begrijpen
-
uitwerpsel
-
giftig
-
inktzwart
-
kort en dik persoon
-
worp met steen
-
van scalp beroven
-
langsgekomen
-
gespring
-
onbevredigend
-
bouwmeester
-
inzamelaar van giften
-
donderen