Nederlandse synoniemen voor zittingsperiode
Ander woord voor zittingsperiode?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als zittingsperiode in het Nederlands.
zittingsperiode de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
koortsig
-
slotwoorden
-
reisboek
-
allerlaatste
-
beamen
-
bedwelming
-
ontvlammen
-
planteneter
-
stadswijk
-
herbouwen
-
strandmeer
-
licht geven
-
voordoen
-
constructie
-
zeeroutes
-
stoten op
-
tingroeve
-
kapen
-
eten
-
praalzucht
-
mama
-
degene
-
binten
-
neerzien
-
vechtpartij