Nederlandse synoniemen voor zittingsperiode
Ander woord voor zittingsperiode?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als zittingsperiode in het Nederlands.
zittingsperiode de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
volharden
-
onderscheidingsteken
-
slaag
-
scheepsdek
-
welsprekendheid
-
bijkantoor
-
ontbieden
-
omwisselen
-
definitie
-
hartelijkheid
-
oprit
-
met onmiddellijke ingang
-
terecht komen
-
achterbak
-
voor landbouw klaar maken
-
eetlust
-
overhoopsteken
-
teleurstellen
-
gebruiksbelasting
-
inspreken
-
zieke
-
juist zijn
-
ensemble
-
opnieuw doen koken
-
klapper