Nederlandse synoniemen voor zinsdeel
Ander woord voor zinsdeel?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als zinsdeel in het Nederlands.
zinsdeel het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
kreunen
-
omvergooien
-
speelhuis
-
aandacht verenigen
-
rein
-
braam
-
kerkekamer
-
verkeersteken
-
borg zijn
-
handvest
-
versleten
-
windluw
-
schoonschrift
-
onderwijswet
-
ambachtsgilde
-
stilletjes
-
iemand zijn uiterlijk
-
inrijden
-
verkeerszuiltje
-
uitdruppelen
-
geluk hebbend
-
aartsvijand
-
afgebrand
-
keerpunt
-
in zedelijk opzicht zuiveren