Duitse synoniemen voor zehntägig
Ander woord voor zehntägig?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als zehntägig in het Duits.
zehntägig
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Uniformmütze
-
Grundherr
-
einfältig
-
Heiratsanzeige
-
priemen
-
hingeben
-
aufdrücken
-
Klang
-
nachgemacht
-
Befugt sein
-
staatliche Abschlußprüfung
-
Luftsack
-
Schlaginstrument
-
gutinformiert
-
freiplädieren
-
kurz hintereinander
-
Teint
-
verdanken
-
Siesta
-
vor Angst schlottern
-
Kargheit
-
Aktionär
-
Selbständigkeit
-
Leckermäuler
-
Christmorgen