Duitse synoniemen voor Wochenendhaus
Ander woord voor Wochenendhaus?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Wochenendhaus in het Duits.
Wochenendhaus das ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
schlottern
-
Rand
-
donieren
-
Iltis
-
besprühen
-
etwas zeigen
-
Frisierstab
-
gedrängt
-
Funksprechgerät
-
wütend
-
vorrätig
-
Elektrizitätsanschluß
-
bankrott
-
Untertanen
-
gerade gekauft
-
schimmeln
-
Reiterei
-
Choreographin
-
sentimental
-
wiedergutmachen
-
Jura
-
Siegeskranz
-
formlos
-
zugänglich
-
eingeschrieben