Duitse synoniemen voor Wochenende
Ander woord voor Wochenende?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Wochenende in het Duits.
Wochenende das ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Knöchel
-
integrieren
-
Getreidebörse
-
erhärten
-
situiert
-
instruktiv
-
Speerförmig
-
Tetanus
-
Schallmauer
-
ineinander überlaufen
-
Furcht
-
Wink
-
dennoch
-
gehörnter Ehemann
-
Glasscheibe
-
beleuchtet
-
beschauen
-
Kadaver
-
Gewicht
-
Umsicht
-
anschüren
-
schimmeln
-
setzen
-
Spielweise
-
Treffen