Nederlandse synoniemen voor wintersport
Ander woord voor wintersport?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als wintersport in het Nederlands.
wintersport de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
kloppen met een hamer
-
huiveren
-
noot
-
gerecht
-
schuddend op en neer gaan
-
verzuipen
-
toverformules
-
streling
-
zorgeloosheid
-
hulppriester
-
vluchten
-
volmacht geven
-
onweerswolk
-
prieel
-
lichtzinnig
-
drugs
-
bloemkronen
-
officieel schrijven
-
zich verspreiden
-
optekenen
-
codering
-
handlanger
-
heuvelkam
-
insluiten
-
naar buiten halen