Duitse synoniemen voor wiederholen
Ander woord voor wiederholen?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als wiederholen in het Duits.
wiederholen (aufs neue machen)
[werkwoord]
[werkwoord]
wiederholen (noch einmal tun)
[werkwoord]
[werkwoord]
Duitse woorden die beginnen of eindigen met wiederholen
Recent opgevraagde synoniemen in DE
zusammenharken
-
Kalbsschenkel
-
irreparabel
-
Himmelskarte
-
Bereicherung
-
nachsetzen
-
Wall
-
Liebchen
-
elementare Sache
-
verselbständigen
-
Vorhalle
-
Ablassen
-
abhandenmachen
-
sichdrehen
-
Toilettenpapier
-
Lehrgebühr
-
ungelehrt
-
Dachdecker
-
Hebezug
-
Wohnzuschuß
-
unlauter
-
wegbeizen
-
Engpaß
-
stark anwesend sein
-
anfassen