Duitse synoniemen voor Weihnachtswoche
Ander woord voor Weihnachtswoche?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Weihnachtswoche in het Duits.
Weihnachtswoche die ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Spannbreite
-
stringent
-
Vitamine
-
Brandfleck
-
Entlassung
-
Rundfahrt
-
Reißzwecke
-
kopfscheu
-
Silberbesteck
-
Art
-
Demütigung
-
Rädelsführer
-
erfragen
-
Beobachter
-
Eigenmächtigkeit
-
Mechanischkeit
-
Geschliffenheit
-
zurückführen
-
Ruderregatta
-
Gefasel
-
Aufforstung
-
beleben
-
Elitetruppe
-
Zolldeklaration
-
Sellerieknolle