Nederlandse synoniemen voor weeklagend
Ander woord voor weeklagend?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als weeklagend in het Nederlands.
weeklagend (jeremiƫrend)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Recent opgevraagde synoniemen in NL
hun
-
afvalligheid
-
lief
-
engel
-
schommeling
-
licht bier
-
verpozing
-
vleeskleur
-
op de bus doen
-
stucwerker
-
rayoncheffin
-
lichtgeraaktheid
-
kokers
-
gieten op
-
voorzegger
-
gelijk
-
scheep gaan
-
telefoontje plegen
-
glanskarton
-
luchters
-
getrommel
-
ambtenarij
-
rentestandaard
-
bewaren
-
consultatiebureau