Nederlandse synoniemen voor weekheid
Ander woord voor weekheid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als weekheid in het Nederlands.
weekheid de ~ (slapheid)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
slapheid
de ~
krachteloosheid
de ~
laksheid
de ~
slapte
de ~
sulligheid
de ~
zachtheid
de ~
zwakheid
de ~
zwakte
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
studententijd
-
lijk
-
gage
-
waarschuwingsdriehoek
-
familieband
-
inschrijfkosten
-
vrijuit
-
opbergmap
-
wijdvermaard
-
geaffekteerdheid
-
winstbejag
-
gespikkeld
-
rechtopstaand
-
kandidaatsstelling
-
gradenboog
-
dakloos
-
zuur smakend
-
ernstige toetsing
-
verzwakken
-
regeringsapparaat
-
stammoeder
-
voortbrenging
-
verwerpelijkheid
-
rillingen
-
losgespen