Nederlandse synoniemen voor visum
Ander woord voor visum?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als visum in het Nederlands.
visum het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
vrijzinnigheid
-
van verband voorzien
-
ruzie
-
opvlieging
-
ineenvlechten
-
kwetsen
-
van zijn kant
-
verbruiker
-
geleverde
-
theatergroep
-
tijdperk
-
inwendig
-
lijnschip
-
naar boven brengen
-
wormpje
-
heidebrem
-
wijfjeshond
-
chagrijn
-
heupzwaaien
-
praalhans
-
rugwind
-
staatsdienaar
-
tapijtklopper
-
actiecomité
-
situaties