Nederlandse synoniemen voor viertalig
Ander woord voor viertalig?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als viertalig in het Nederlands.
viertalig
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
dolen
-
draagbeugel
-
kortzichtig
-
inzicht
-
hok
-
aanmaken
-
benutten
-
planmatig
-
labyrint
-
studeerkamer
-
afnemer
-
wegschenken
-
vehikel
-
stuurraderen
-
daarentegen
-
bromatologie
-
vergissingen
-
plaats
-
woedend
-
minnelijk
-
hofnar
-
eenzaam gevoel
-
stoomschepen
-
grote mond
-
aanstrijken