Nederlandse synoniemen voor verleden tijd
Ander woord voor verleden tijd?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als verleden tijd in het Nederlands.
verleden tijd
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
slot
-
sierwerk
-
zeeniveau
-
rug
-
in de handel
-
geoogst
-
maagpatiƫnt
-
rondzwalken
-
zuil
-
mergbeen
-
onthuld zijn
-
frauduleus
-
onderhoud
-
zeer oud
-
door iets genoodzaakt worden
-
hoofdkleur
-
snipperen
-
eigenlijk
-
dommelig
-
sancties treffen
-
gelui
-
omgangstaal
-
huilbui
-
gemak
-
vlinderdasje