Nederlandse synoniemen voor verkorting
Ander woord voor verkorting?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als verkorting in het Nederlands.
verkorting de ~ (bezuiniging)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bezuiniging
de ~
bekorting
de ~
besnoeiing
de ~
besparing
de ~
inkrimping
de ~
kostenbesparing
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met verkorting
Recent opgevraagde synoniemen in NL
uit zichzelf
-
schurken
-
oriƫntatie op
-
kortstondig
-
bestralen
-
blind als een mol
-
grif
-
voor zich uitschuiven
-
modebewust
-
gehuil
-
er naar toe
-
afzuigen
-
limiet
-
gezekerd
-
tingroeve
-
postbode
-
paardrijder
-
opruimingsuitverkoop
-
pech
-
op hopen zetten
-
tegemoetkomend
-
inpompen
-
bondslid
-
geƫvacueerde
-
denkwijze