Nederlandse synoniemen voor vastlopen

Ander woord voor vastlopen?

De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als vastlopen in het Nederlands.

vastlopen (stuklopen)
[zelfstandig naamwoord]
vastlopen (stremming)
[zelfstandig naamwoord]
stremming de ~
vastlopen (vast komen zitten)
[werkwoord]
vastlopen (stokken)
[werkwoord]
stokken de ~
vastlopen (klem komen)
[werkwoord]

Recent opgevraagde synoniemen in NL