Nederlandse synoniemen voor vakantiereis
Ander woord voor vakantiereis?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als vakantiereis in het Nederlands.
vakantiereis de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
insneeuwen
-
opscharrelen
-
fokkerij
-
tot spoed aanzetten
-
provincie
-
vleesmes
-
lenig
-
omlaag
-
autoriseren
-
huilen
-
vastgenageld
-
triplexstukken
-
verraden
-
duizelingen
-
jonkvrouw
-
melding maken van
-
bijschaven
-
ontzetting
-
onopgelost
-
paaps
-
huishoudboek
-
verwonderd zijn
-
royalisme
-
geldsoort
-
zich opknappen